maandag 28 december 2015

Gerard Fieret (1924-2009)


(klik op de afbeelding voor een vergroting)

Een jongetje met zijn poes. Een tijdloos beeld, gemaakt ergens in de jaren zeventig door Gerard Fieret, fotograaf uit Den Haag. De foto is niet van nu, dat is duidelijk. Maar de pose van het kind met zijn huisdier in zijn armen is tijdloos. Ook over vijftig jaar is dit beeld nog hetzelfde. Veel dingen veranderen, maar dit niet.

De imperfectie van de foto, de grote vlekken, krassen, de vergeelde kleur van het papier en het weinige contrast maken het beeld nog mooier.
Wat opvalt zijn de letters op het truitje van het jongetje. In eerste instantie dacht ik dat het een opdruk was. Zoals je vaker op kleding ziet. Maar hadden ze dat toen ook al? Wanneer je beter kijkt zie je dat het een afdruk van een stempel is, met de naam en adresgegevens van de fotograaf. Bizar, om je eigen werk zo toe te takelen is het eerste dat in je opkomt. Maar wanneer je de geschiedenis van Fieret induikt dan krijgt het stempel een andere betekenis.

Gerard Fieret had een zware jeugd. Zijn vader verliet het gezin toen hij twee was. En omdat zijn moeder niet in staat was om voor hem te zorgen, belandde hij in pleeggezinnen en later in tuchthuizen. Ondanks die struggle for life moet hij toch een talent in zichzelf hebben ontdekt, want Gerard Fieret wilde naar de Academie van Beeldende Kunsten in Den Haag. Hij schilderde en tekende.

Het moet een hoogtepunt voor hem zijn geweest toen hij werd aangenomen. Maar opnieuw sloeg het noodlot toe: de Tweede Wereldoorlog brak uit en hij werd tewerkgesteld in Duitsland.
Maar hij overleefde het en wederom meldde hij zich bij de academie. Zijn opleiding maakte hij nooit af. Halverwege de jaren zeventig begon Fieret te fotograferen. Met een kleinbeeldcamera op zak liep hij door de stad om vooral vrouwen vast te leggen. Dat zijn ook de meeste foto's die boven water komen als je zijn naam googelt. In de jaren daarna krijgt hij langzaam succes. Zijn werk wordt tentoongesteld in het Gemeentemuseum in Den Haag en in 1976 in het Van Abbemuseum in Eindhoven.

En dan gebeurt er iets met hem: hij krijgt waanideeën en denkt dat men zijn werk wil stelen. Zou er een concrete aanleiding zijn geweest voor zijn schizofrenie? Of was het het langzaam opkomende succes waarvan hij bang was dat hij het zou verliezen? Of was het 'gewoon' zijn moeilijke leven dat achter hem lag? Om diefstal van zijn werk te voorkomen begint hij met het bestempelen van zijn foto's. Met stiften en grote inktstempels bewerkt hij de beelden, een onuitwisbare handtekening.

Ergens halverwege de jaren zeventig stopt hij met fotograferen. Hij wordt een beetje een zonderling en wijdt zich nog maar aan één ding: de verzorging van duiven. Met twee grote emmers gevuld met graan trekt hij dagelijks de stad in om ze te voeren. Met zijn lange witte baard en zijn onverzorgde uiterlijk lijkt hij meer op een zwerver dan een bekend fotograaf. Fieret belandt uiteindelijk in een verzorgingshuis waar hij in 2009 overlijdt.

Terug naar het jongetje en zijn poes. En terug naar dat stempel. Een grote vlek midden in het beeld. Alsof het leven zelf een keiharde afdruk op de foto heeft achtergelaten. Maar met de levensgeschiedenis van Fieret in je achterhoofd maakt de stempel het beeld completer en krijgt het meer lading. Het jongetje, dat zelf nog afhankelijk is en toch al een beschermende rol vervult. Terwijl het leven op de loer ligt met al z'n onuitwisbare en onvoorspelbare gebeurtenissen. Dat blijkt wel uit dat stempel.

zaterdag 12 december 2015

De gifjes van Jean Philippe de Tonnac

De Fransman Jean-Philippe de Tonnac is op twitter de koning van de GIF. Die afkorting staat voor Graphic Interchange Format, een plaatje of filmpje dat slechts een paar kb's zwaar is en daarom vooral op internet wordt gebruikt. Als filmpje word je er soms tureluurs van omdat ze continu worden geloopt. Maar dat dat soms ook heel mooi kan zijn bewijst Jean-Philippe met zijn gifjes.

Onderstaand filmpje is kortgeleden door hem gepost. Ik vind het een mooi gifje. Het is een beetje duister en sereen. De blik van de vrouw, de dans. Het is mooi en droevig tegelijk: de man (wiens gezicht niet in beeld komt) en de vrouw die berustend voor zich uit staart terwijl ze emotieloos om elkaar heen draaien. Een dans die tot in de eeuwigheid wordt herhaald.


twitteraccount van Jean Philippe de Tonnac

donderdag 6 augustus 2015

Michel Houellebecq


Apart from the psychiatrist I was seeing nobody; I was going out after nightfall to buy cigarettes and sliced bread. - Michel Houellebecq

zondag 12 juli 2015

'In het licht van wat wij weten': een selectie van weetjes en one-liners


De helft van de woorden uit 'In het licht van wat wij weten' had volgens mij weggelaten kunnen worden. Zia Haider Rahman veel tekst nodig om zijn verhaal te vertellen.
Maar ondanks al die overbodige woorden heb ik toch van sommige dingen in de roman genoten. En dat waren vooral 'de weetjes en one-liners'. Scheutjes hooggeleerde kennis die her en der over de bladzijden wordt uitgegoten. Kennis waar je verder niets aan hebt, maar die misschien van pas kan komen aan de borreltafel, of zomaar, wanneer een gesprek stilvalt of tijdens een lange autorit. Een paar van die weetjes staan hieronder (hoogstpersoonlijk door mijzelf overgetypt). Hier zijn ze, gratis en voor niets:

p. 99
Ik herinner me een mop over een wiskundige, een natuurkundige en een ingenieur die per trein door Schotland reizen. De ingenieur kijkt uit het raam en ziet iets wat zijn aandacht trekt.
Kijk, een zwart schaap! zegt hij. Zo te zien zijn de schapen in Schotland zwart.
De natuurkundige schudt zijn hoofd. Onzin, zegt hij. We kunnen hoogstens zeggen dat in Schotland sommige schapen zwart zijn.
De wiskundige kijkt zijn vrienden aan, zucht en zegt in volle ernst: het enige wat we weten is dat er in Schotland ten minste één schaap staat dat in ieder geval aan één kant zwart is.

p. 123
Ik heb gehoord dat er in alle vissersdorpen wereldwijd hetzelfde verhaaltje over dolfijnen opgeld doet. De goedaardige dolfijn welteverstaan, die een overboord geslagen schipper redt door hem met speelse duwtjes naar de kust te drijven. Maar stel jezelf de volgende vraag: stel dat het voor de dolfijn uitsluitend spel was en dat hij nooit uit was op het welzijn van de dobberende drenkeling, die arme zeeman. Wie zal het zeggen? Misschien dat er zeemannen te water zijn geraakt die meedrijvend op het getij makkelijk de kust hadden kunnen bereiken, en dat die juist door zo'n speelse dolfijn verder de zee in zijn gedreven. De enige vissers die het verhaal kunnen navertellen, zijn de vissers die het gered hebben. De rest is omgekomen in de golven. Het is een andere manier om te zeggen dat wij leven in de wereld die we herkennen en die we ons herinneren. Wetenchappers noemen dat heuristiek.

p. 147
Ik heb het over onverwachte gebeurtenissen. Dingen die we niet hebben zien aankomen. We zetten politieke lijnen uit, we doen voorspellingen over van alles en nog wat. Maar kijk naar het verleden, zelfs naar de geschreven geschiedenis. Het is toch gewoon één grote aaneenschakeling van verrassingen?
9/11? De financiële crisis?
Externe gebeurtenissen die zomaar uit de lucht kwamen vallen, zei Zafar, veranderen elk jaar, zo niet elke dag ontelbare levens. Onze keuzes worden bepaald en onze wil gebogen tussen de kaken van de gebeurtenissen die ons overvallen en verslinden.
Volgens Churchill bestaat de geschiedenis alleen maar uit een opeenvolging van het ene verdomde voorval na het andere.

p. 163
Weet je dat er geen enkel medicijn bestaat dat bij meer dan zeventig procent van de bevolking werkt?
Hoezo?
Geen enkel medicijn. In de farmaceutische industrie is een medicijn al succesvol als dat bij een veel kleiner percentage patiënten werkt. Maar je gaat een medicijn toch niet afschrijven omdat dertig procent van de bevolking niet in het patroon past?

p. 211
… Ze noemde de naam van Duchenne, een negentiende-eeuwse Franse neuroloog die bepaalde onwillekeurige gelaatsuitdrukkingen had beschreven, waaronder een stralende glimlach, ook wel bekend als de Duchenne-glimlach, die niet op commando teweeg kan worden gebracht, maar het spontane gevolg is van een gemoedstoestand. De spieren die betrokken zijn bij deze glimlach kunnen niet bewust worden aangespannen, dat gebeurt spontaan wanneer iemand echt heel blij is. Voordat ik deze actrice/regisseur kon vragen hoe ze had gehoord van deze negentiende-eeuwse Franse neuroloog, vertelde ze dat Duchennes onderzoek uitermate belangrijk was geweest voor de Russische regisseur Constantin Stanislavski, de vader van de method acting. Stanislavski hield zich bezig met de vraag hoe een acteur gevoelens kan overbrengen als de bijbehorende gezichtsuitdrukking niet bewust kan worden opgeroepen.
Toen ik Zafar een keer vroeg waarom de foto van Emily bij Penelope thuis hem zo had geschokt, antwoordde hij dat ze een Duchenne-glimlach op haar gezicht had. Zelfs kinderen die doofstom worden begoren kunnen stralend lachen, zei hij. Ik heb haar nog nooit op die manier naar mij zien lachen.

p. 218
In 1896 ontdekte Percival Lowell vanaf zijn observatorium in Arizona een patroon van geulen op het oppervlak van Venus. Het paradigma van de lijnen deed aan spaken denken, zoals die uit de naaf van een wiel steken. Lowell meende op het oppervlak 'rotsen of zand te herkennen die al een eeuwigheid aan de zon werden blootgesteld'. De spaken waren overtuigend genoeg 'om ook de sceptici te overtuigen dat het niet zomaar een illusie was'. Zijn onderzoek naar mogelijke geulen op Mars, alsmede de bevindingen, hebben de verbeeldingskracht van een hele generatie aangezwengeld. H.G. Wells citeerde Lowells werk als inspiratiebron voor The War of the Worlds.
Niettemin stond Lowell eenzaam in zijn studie van de vreemde lijnen, en mettertijd, toen de techniek van de telescopen werd verfijnd, werden zijn bevindingen verworpen. Wat had Lowell dan wel gezien? Het enigma werd een eeuw later opgelost, toen een optometrist en een amateurastronoom ontdekten dat Lowell onbewust het diafragma van zijn telescoop zo ver had dichtgedraaid, dat die het effect van een oftalmoscoop had gekregen: Lowell nam het netwerk van de bloedvaten op zijn eigen retina waar. In de veronderstelling dat de mensheid niet alleen in het universum is, had Percival Lowell in zijn eigen oog zitten staren.

p. 221
Toen James I in 1603 de troon besteeg, voerden de Britten twee vlaggen, de een met het Engelse kruis en de ander met het Schotse andreaskruis. Het was indertijd traditie om na een oorlog of veldslag de vlag van de overwinnaar te hijsen, en die van de verliezer pal eronder. Als ze bijvoorbeeld gezamenlijk van de Spanjaarden hadden gewonnen, losten ze de vlaggenkwestie op door de Britse en Schotse schepen elk met hun eigen vlag bovenaan te laten varen.
Maar waarom hangt de vlag halfstok bij een sterfgeval?
De vlag hang niet echt halverwege de stok. Er wordt bovenaan net zoveel ruimte vrijgelaten dat er een denkbeeldige vlag des doods kan hangen, de overwinnaar van alle stervelingen.

p. 412
Nowhere kun je ook lezen als now-here, en dan betekent het precies het tegenovergestelde.

p. 413
Wist je dat Poesjkin zwart, Afrikaans bloed had?
Nee, dat wist ik niet, zei ik.
Je kunt het op foto's zien. Hij was er heel erg trots op.

p. 461
… Je weet vast wat Desmond Tutu hierover zei: Toen de eerste missionarissen naar Afrika kwamen, hadden zij de Bijbel en wij het land. Ze zeiden: 'Laten we bidden.' Wij sloten onze ogen. Toen we ze weer openden, hadden wij de Bijbel en zij het land.

• Maarten 't Hart over 'In het licht van wat wij weten'.

zaterdag 28 februari 2015

Tekeningen van de toekomst


Ik hou erg van toekomsttekeningen. Ik noem het maar toekomsttekeningen want ik weet niet of er een apart woord voor bestaat. Ik bedoel er tekeningen mee van toekomstige bruggen, wijken, straten en parken. De bedoeling van zo'n 'visualisatie' is om ons te laten zien hoe een plek er in de toekomst uit gaat zien. Dat beeld is vaak idyllisch en clean. Er staan keurig geklede mensen op, wandelend op weg naar huis of hun werk. Er spelen kinderen en de omgeving is schoon en mooi. De zon schijnt en de lucht is blauw. Het is een wishfull thinking toekomstbeeld.

De werkelijkheid, wanneer de straat, de brug of het park eenmaal is aangelegd, is natuurlijk altijd anders. Er rijden fietsers over de stoep, honden schijten op het gras, auto's staan dubbel geparkeerd en overal ligt afval. En hooguit een paar weken of dagen per jaar is de lucht strakblauw en schijnt de zon. Maar dat maakt niet uit, we weten vantevoren dat het een ideaalbeeld is waaraan de werkelijkheid nooit kan voldoen.

Zo'n tekening is natuurlijk bedoeld om iets te verkopen. Maar het zegt tegelijkertijd iets over hoe we de wereld het liefst willen zien. Perfect, clean, zonder vuil, zwervers en met een eeuwig zonnetje aan de hemel. Een straat zonder graffiti, vol nette mensen en kinderen die nooit ruzie maken. Geen geparkeerde auto's voor de deur van minnaars die stiekem even langskomen. Geen gillende sirenes. Geen verwaarloosde voortuintjes maar een straat vol mensen (altijd zonder jas!) die elkaar groeten. Een leven zoals in de Truman Show.

(klik op de afbeeldingen voor een vergroting)










Trailer van de Truman Show: