zondag 28 oktober 2007

Het lijden van de jonge Ian Curtis


De film ‘Control’ van Anton Corbijn gaat over de laatste levensjaren van Ian Curtis, de zanger van Joy Division die in 1980 op 23-jarige leeftijd een eind aan zijn leven maakte. 
Het is een mooie zwart-wit-film, met misschien wel iets teveel mooie beelden voor zo’n zwaarmoedig levensverhaal. Curtis groeit op in Macclesfield: een plaatsje dat alleen uit bakstenen lijkt te bestaan, het toppunt van Engelse treurigheid maar dan in het kwadraat. Hij trouwt met zijn jeugdliefde en besluit zanger te worden na het zien van een optreden van The Sex Pistols. Curtis sluit zich aan bij een bandje, ze noemen zich Joy Division en hebben meteen succes.

Zijn ondergang begint nadat hij zijn eerste epileptische aanval heeft gehad. De daaruit voortvloeiende gezondheisproblemen, een voortslepende relatiecrisis én het snelle succes zouden aanleiding zijn geweest voor zijn zelfmoord. Want misschien ging het succes hem wel te hard, had hij het gevoel dat hij de controle erover begon kwijt te raken. Het kan immers geen toeval zijn dat de zanger, één dag voor het vertrek van de groep voor een tournee door Amerika een eind aan zijn leven maakte. Zijn vrouw trof hem aan, bungelend aan een stevig touw waar normaal de was hing te drogen. 

Control eindigt met de rook uit de schoorsteen van een crematorium. Die rook is niet wit, niet grijs maar pikzwart. Uit de speakers van de bioscoop klinkt het mooiste nummer van Joy Division: Atmosphere.

Ian Curtis de romanticus
Eigenlijk is het levensverhaal van Ian Curtis het verhaal van een romanticus: een jonge Werther. Een kunstenaar die niet kon kiezen uit twee vrouwen, en die zich niet helemaal begrepen voelde door zijn publiek. Een levensverhaal overgoten met een pathetisch jaren ’80 sausje (‘wat hebben we het toch zwaar’, vond iedereen jonger dan 30, toen). De enige uitweg die hij zag was zelfmoord, net als Goethes’ Werther.

Ian Curtis, geen boze postpunker maar een romanticus. Op zijn grafsteen staat niet voor niets ‘Love will tear us apart’ te lezen. Een jonge Werther van de 20e eeuw.

• Joy Division: Love will tear us apart
• Trailer van Control:



zondag 21 oktober 2007


De meeste mensen hebben één talent. Uitzonderlijke mensen hebben een dubbeltalent: zij kunnen bijvoorbeeld goed schilderen én goed schrijven. Nog minder mensen zijn een multi-talent. Alles wat ze doen lijkt wel bijzonder. Jan Wolkers was een multi-talent. Hij kon schrijven, beeldhouwen en schilderen. En misschien kon hij nog veel meer, maar ontbrak hem daarvoor de tijd.
Het is moeilijk om je talent te ontdekken. Waar ben ik goed in? Zie daar maar eens achter te komen. Sommigen doen daar hun hele leven over. Áls ze er al achter komen. Jan Wolkers hoefde daar geen moeite voor te doen, het kwam er gewoon uit. Als een vulkaan die tot uitbarsting kwam.

In november 1985 signeerde Jan Wolkers in een boekhandel in Amsterdam. Ik stond in de rij en was een beetje zenuwachtig. In mijn hand had ik ‘Terug naar Oegstgeest’, wat ik één van zijn mooiste boeken vond. De schrijver zette niet alleen zijn handtekening maar maakte er met viltstift ook een tekeningetje van een kip bij.
16 november 1985, bijna 22 jaar geleden.

• Jan en Karina Wolkers zingen ‘Tietenkont’ op de site van VPRO”s radioarchief


maandag 8 oktober 2007

The National


Ze staan een beetje in de schaduw van Interpol: The National. Terwijl ze even goed zijn. Het nummer ‘Mistaken for Strangers’ komt van hun nieuwe album ‘Boxer’. Gitaren ondersteunt door stevige drums met een zanger die klinkt alsof hij eeuwig verkouden is. De Amerikaanse band bestaat verder uit twee paar broers: Aaron en Bryce Dessner en Scott en Bryan Devendorf. ‘Mistaken for Strangers’ is als een energie gevend shot adrenaline. Alsof alles nu pas gaat beginnen...

zaterdag 6 oktober 2007

Mijn grote broer kan alles beter


Grappig tekenclipje bij het liedje ‘Mijn grote broer kan alles beter’ gezongen door Aart Staartjes. Één van de liedjes uit Sesamtraat geschreven door Henny Vrienten. Het filmpje werd gemaakt door Wouter van Reek. Weg met die commerciële K3 en Kabouter Plop, de liedjes uit Sesamstraat zijn veel leuker!

Rond Vaderdag zou een cd verschijnen met alle liedjes van Henny Vrienten uit Sesamstraat. Helaas, de cd met de titel ‘Mijn papa is de beste’ ligt nog steeds niet in de winkel. 

Overzicht van animatiefimpjes van Wouter van Reek voor Sesamstraat

maandag 1 oktober 2007

De Ursonate van Kurt Schwitters vertolkt door Jaap Blonk


In 1986 nam stemkunstenaar Jaap Blonk de Ursonate van Kurt Schwitters op. Voor de uitgave van de grammofoonplaat – op het BV Haast-label van toeteraar Willem Breuker – was toestemming van de erven Schwitters nodig. Willem Breuker vond de procedure te lang duren (Willem Breuker: ‘ze kunnen een dikke lul krijgen’ ) en bracht de plaat zonder het vereiste ja-woord uit. De opname werd, kort nadat ze in de winkels lag, prompt verboden. 

In 2003 werd de in ’86 opgenomen uitvoering alsnog op cd uitgebracht, aangevuld met een live-versie, wederom vertolkt door Jaap Blonk. Het is één van de vreemdste muziekstukken die ik ken. De Ursonate wordt niet gezongen of gespeeld, de Ursonate is een opeenvolging van betekenisloze klanken voortgebracht door de menselijke stem. Een klankgedicht vol vreemde geluiden. Wanneer ik de cd draai vragen de meeste mensen beleefd doch dringend of de muziek kan worden afgezet. Men voelt zich ongemakkelijk bij het luisteren naar het stuk. En dat terwijl de Ursonate door de niet alledaagse (stem)geluiden juist zo leuk is. Het cd-boekje, vormgegeven door Piet Schreuders, bevat de complete tekst van het werk, dus er kan meegemurmeld, gepiept of gebromd worden. 

Over het internet surfend kwam ik terecht bij een stukje Ursonate dat Jaap Blonk liet horen in één van de uitzendingen van het radio-programma ‘Desmet live’. Een mooi fragment. In de uitzending werd Jaap Blonk ook geinterviewd.

• Uitzending van Desmet live met interview Jaap Blonk

Aanleiding voor dit stukje is Ingmar (het jongste redactielid van weblogamorf). Als een kleine klankdichter loopt hij rond en geeft hij zijn eigen Ursonate ten gehoor. Het Dada-tijdperk loopt echter op z’n eind: langzaam maar zeker zijn steeds meer ‘echte’ woordjes te horen...

Een fragment uit de Ursonate van Kurt Schwitters door Jaap Blonk: